Moeten we leren leven met de Japanse duizendknoop?
Maar eerst een korte opfrissing. De duizendknoop is te herkennen aan zijn stevige, vaak rood gevlekt stengels die doorbuigen aan de top. De grote gesteelde bladeren zijn spits aan de top en recht tot hartvormig aan de basis. In de zomer draagt de plant kleine groenwitte bloemetjes die in dichte pluimvormige bloeiwijzen staan.
Tuinbezitters, groendiensten en tuinaannemers weten niet hoe ze de plant te lijf moeten. Kan jij hen helpen met de ‘do’s and don’ts’?
Marijke Thoonen: “De Japanse duizendknoop lijkt onbeheersbaar. De plant kloont zichzelf in sneltempo vanuit de wortelstokken vol regeneratiepotentieel. Vooral in een stedelijke omgeving gedijt hij uitstekend. Maai je de duizendknoop, dan breidt die zich alleen maar verder uit. Bovendien is hij uiterst resistent tegen tal van bestrijdingsmiddelen.
Wat zijn de gekende bestrijdingsmethoden op dit moment?
Marijke Thoonen: “Er zijn enkele ‘best practices’. Belangrijk is het besef dat je om de plaag volledig uit te roeien je een lange en volgehouden inspanning moet leveren. Hoe sneller je de juiste acties onderneemt, hoe gemakkelijker dat gaat. Op plekken waar al grote vlekken duizendknoop groeien, is beheersing en inperking meestal de beste optie.”
Bij een gazonbeheer waarbij wekelijks gemaaid wordt tussen april en eind oktober, blijven scheuten kleiner zodat grassen meer kans krijgen. Weinig frequent maaien is zinloos en stimuleert zelf de uitbreiding.
Stengelinjectie & afdekken: sommige groenprofessionals kiezen voor chemische bestrijding en het afdekken van de groeizone. Ze injecteren ze met verdunde glyfosaat en dekken vervolgens de locatie af met een zware, dichte, donkere folie. “Chemische bestrijding is echter nooit onschadelijk voor levende organismen. Bovendien herstellen de meeste populaties zich na behandeling opnieuw. Daarom mag de injectie van glyfosaat enkel toegepast worden volgens de regels van de kunst: uitroeiing van de volledige groeiplaats is het einddoel. Bladverneveling is niet toegestaan.
Bevriezing: de Wageningen Universiteit (WUR) onderzocht een nieuwe bestrijdingsmethode van de Japanse duizendknoop door middel van koude-behandelingen ter plaatse. De methodiek werd getest op een deel van een groeiplaats met vrieslansen en een isolerende overkapping. Het bovengrondse deel van de duizendknoop werd eerst afgemaaid en later meebehandeld onder de overkapping. Uit de proef bleek dat het technisch mogelijk was om grotere grondvolumes ter plaatse af te koelen tot circa -10 °C. In de grondmonsters werden na beëindiging van de behandeling geen vitale wortelstokfragmenten aangetroffen. Ook bleek er geen hergroei van de duizendknoop.
Daarnaast waren er geen aanwijzingen dat de koudebehandelingen een destructief effect hadden op het bodemleven. En geen effect hadden op de fysische parameters in de bodem zoals pH en organisch stofgehalte. Ook de zaakbank van diverse kruiden en grassen bleek intact. Door het wegvallen van de duizendknoop kregen de zaden bovendien kans om te ontkiemen. Voordeel van deze behandeling was dat de grond niet werd geroerd waardoor er (vrijwel) geen risico is op verdere verspreiding van de duizendknoop.
“Begrazing: scheuten van Japanse duizendknoop zijn eetbaar. Vooral runderen eten ze zeer graag, maar ook paarden, schapen en geiten worden ingezet.”
“Planten van schaduwwerpende bomen: als er één ding is dat de Janse duizendknoop haat, is het schaduw. Het planten van bomen, struiken en zelfs lianen zoals hop helpt om de plaag in te dijken.”
“Uitgraven van de wortelstokken: momenteel de meest effectieve methode. Zo neem je de invasieve wortelstokken direct weg.” Toch is deze techniek niet altijd evident gezien duizendknoop diep en breed kan wortelen. Hoe meer wordt uitgegraven, hoe beperkter het nazorgtraject en omgekeerd. Door de bovenste 0,5 – 0,75 m uit te graven wordt de sterkst besmette grondmassa weggenomen. Voorzie na het afronden van de werken altijd een vervolgbestrijding en controle op nieuwe besmettingen van de oorspronkelijke groeiplaats, de tijdelijke stockageplaatsen, de transportroutes (wanneer onverhard) en de locatie van hergebruik. Verder kan de afgegraven grond niet direct terug herwerkt worden, aangezien elk fragment zich makkelijk ontwikkelt tot een nieuwe plant. Om dit te vermijden kan je kiezen voor een hittebehandeling met stoom of kan de besmette bodem worden gezeefd.
Lijkt me heel veel moeite voor bitter weinig resultaat. Is het sop de kolen waard?
Marijke Thoonen: “Klopt, het uitroeien van de plant is moeilijk, tijdsintensief en meestal ook duur. Elke gekozen methode heeft pas kans op slagen als je die elk seizoen en dat gedurende vele jaren volhoudt. Wanneer je de inspanningen te vroeg stopt voor de totale uitroeiing, heb groeit de besmetting binnen de kortste keren opnieuw uit en moet je vanaf nul herbeginnen. Toch kan het in sommige gevallen de moeite zijn om een bestrijdingstraject aan te vatten.”
“Wie er toch mee aan de slag wil, denkt best vooraf na over de haalbaarheid en de beschikbare financiële middelen.”
“Bij kleine geïsoleerde populaties zoals enkele scheuten, is uitgraven haalbaar. Dit gebeurt dan best handmatig zodat alle wortelstokken zo volledig mogelijk verwijderd worden. Snel ingrijpen bij een nieuwe besmetting is veruit de meest kosteneffectieve methode. Maar wanneer de haard te groot is en de kans op slagen zeer klein of onhaalbaar is, wordt nu meestal beslist de planten met rust te laten. In combinatie met inperkende maatregelen zoals het inplanten van schaduwwerpende bomen en het inzetten van grazers zorgt ervoor dat de plant zich maar zeer geleidelijk uitbreidt en dat de schadelijke impact beperkt blijft.”
Zijn er zaken die we kunnen leren van de plaag?
Marijke Thoonen: “Zeker! Door zijn vele ‘unieke eigenschappen’ is de Japanse duizendknoop een modelsoort waaruit we veel kunnen leren over exotenbestrijding. Want het is slechts één van de nieuwe exoten waarmee we in onze contreien te maken krijgen, waarvoor we nog geen bestrijdingsmiddel kennen en die dus hier zijn om te blijven.”
“Belangrijk bij de inperking van invasieve soorten is samenwerking tussen openbare diensten, tuineigenaars en groenprofessionals. Denk bijvoorbeeld aan invasieve aquatische planten die we zien in tal van vijvers. Vandaaruit vinden ze hun weg naar beken en rivieren waar ze welig tieren en problemen veroorzaken. Zolang die soorten niet aan de bron, stroomopwaarts kunnen aangepakt worden, is bestrijding stroomafwaarts ‘dweilen met de kraan open’.”
Upcycling troef: Japanse duizendknoopmeubels
If you can’t beat them; join them. Dat moeten ze in Rotterdam gedacht hebben. Snoeiafval van de Japanse duizendknoop verwerken ze er als grondstof voor hoogwaardig, circulair plaatmateriaal.
Groenaannemer GKB Groep, Why Knot Design, papierexpert Chayka en DubbelDoel Flora sloegen daarvoor de handen in elkaar. Binnen de regio vind je intussen meer dan tien hectare waar de duizendknoop welig tiert. Tot voor kort werd de plant nog vernietigd door verbranding of verwerkt tot compost. Maar nu verzamelt Groenaannemer GKB Groep in samenwerking met de gemeente Rotterdam de snippers om ze veilig te verwerken tot verschillende producttoepassingen.
Why Knot Design verwerkt ze o.a. tot duurzaam plaatmateriaal voor stoelen, tafels en kasten. Er wordt nu nog volop geëxperimenteerd, maar de startup hoopt over een jaar de eerste Japanse duizendknoopmeubels op de markt te brengen. Interessant daarbij is dat de Japanse duizendknoop rijk is aan de bindstof lignine waardoor er minimale toevoegingen nodig zijn om de platen te verstevigen. Een grote vooruitgang ten opzichte van bijvoorbeeld MDF en spaanplaat, die worden geproduceerd met een lijm op basis van formaldehyde.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief