Stijn Phlypo: “We hebben een rol te spelen in het tegengaan van de klimaatverandering, maar we mogen geen paardenbril opzetten”
Je bent na je studies landschaps- en tuinarchitectuur meteen gestart als zelfstandig tuinaanlegger. Was dat een evidente keuze?
“Ik was altijd al ondernemend ingesteld. Voor één van mijn klanten werk ik zelfs al sinds mijn zestiende. Ik startte al tijdens mijn studies als student-zelfstandige en dat is na mijn afstuderen geëvolueerd naar een volledig zelfstandige activiteit. In het begin was ik een beetje een manusje-van-alles, maar gaandeweg heb ik me gespecialiseerd in datgene waar ik echt goed in ben en waarin ik meerwaarde kan creëren. Je kunt niet in alles de beste zijn, samenwerken brengt je volgens mij veel verder. Vandaag werk ik dan ook met een beperkt aantal architecten samen en teken ik nog nauwelijks zelf, hoewel ik elk plan wel kritisch blijf bekijken. En zwembaden laat ik bijvoorbeeld ook over aan iemand die er dag in dag uit mee bezig is.”
Ging je hart meer uit naar de uitvoering dan naar het ontwerpen?
“Ik geloof niet in de combinatie. Als je overdag een hele dag in een tuin bezig bent en dan ’s avonds moet ontwerpen, gaat dat sowieso ten koste van de kwaliteit. Op een bepaald moment moet je kiezen en ik ben gewoon ook heel graag buiten. De handvol architecten waar ik mee samenwerk houdt er dezelfde filosofie op na en we versterken elkaar. Als je twee creatieve geesten samenbrengt, is het eindresultaat altijd beter. Als ik in een ontwerp zaken opmerk die me niet meteen realiseerbaar lijken, zal ik altijd even bellen en een andere aanpak voorstellen. Anderzijds dagen zij ons soms ook uit om een manier te zoeken om bepaalde zaken toch te realiseren. Die wisselwerking houdt het interessant.”
Wat zijn de basisvereisten voor een geslaagd project?
“Nooit besparen op je bodem. Als dat niet goed zit, mag je nog de duurste planten in huis halen… ze zullen niet groeien. Nu het zo nat is, moeten we bijvoorbeeld opletten. Als je gewoon blijft aanplanten, vraag je om problemen. Je moet echt durven wachten ook al is dat moeilijk omdat er nu eenmaal veel werk op de planning staat. We lossen dat nu op door op elke werf slechts een deel van het werk te doen. Zodra we voelen dat het riskant wordt, stoppen we. Ik werk liever elk project meteen mooi af, maar het is niet anders want zuurstof is zo mogelijk nog belangrijker dan water voor een plant. Daarnaast heb je uiteraard gezonde en kwalitatieve planten nodig en een goed beregeningssysteem.”
“Beregening was altijd al belangrijk, maar vandaag staan mensen er meer voor open. Ze beseffen dat het een noodzaak is en hebben ook geen tijd en zin om elke avond alles zelf water te geven. In de eerste jaren kan zo’n systeem het verschil betekenen tussen levende en dode planten. Wie in zo’n systeem investeert, krijgt van ons ook een plantgarantie.”
Ontdek het winnende project van Stijn:
Mik je op een bepaald type projecten?
“Of de tuin groot of klein is, maakt me niets uit, maar het moet een leuk project zijn. Ik werk vanuit mijn buik en moet een klik voelen met een klant. Als die er is, ga ik er echt voluit voor. Als de hond uitbreekt, ga ik hem zoeken.”
Bij wijze van spreken?
“Nee, dat is echt gebeurd. Als de elektriciteit uitvalt, zorg ik ervoor dat het in orde komt. Er moet wederzijds respect zijn, ook tussen de klant en mijn mensen. Ze moeten niet de hele dag met tassen koffie heen en weer lopen, maar een vriendelijk woord moet er wel afkunnen. Helaas is dat geen evidentie.”
“Sommige klanten bezoeken we wekelijks. We zorgen dat de tuin er netjes bijligt en leggen zelfs de kussentjes op de stoelen zodat ze meteen kunnen gaan zitten als ze ’s avonds thuiskomen. Ik investeer graag in de relatie met mijn klanten. Het zorgt er meteen ook voor dat je projecten goed kunt blijven opvolgen, want anders komt er een andere tuinman in en wordt het uiteindelijk toch niet wat je voor ogen had. Wij werken met levende materialen, een project is niet afgerond wanneer de tuin is aangelegd. Alles moet de tijd krijgen om te groeien.”
De grootte is dus niet van belang, maar wat maakt een project dan leuk?
“De esthetiek, en het hoeft het er daarom niet per se heel moeilijk uit te zien. We hebben net een klein stadstuintje in Roeselare afgewerkt. Hoewel het klein is, heeft het alles. Een zwembad, een prachtig terras en leuke beplanting. Er zijn niveauverschillen en ze kunnen meegenieten van een grote boom in de tuin van de buren. Die tuin vraagt amper onderhoud en als de ledverlichting ’s avonds brandt is het sprookjesachtig mooi. En dat alles op wandelafstand van de bakker, scholen en hun werk. De omvang maakt dus niet uit, ik word er pas gelukkig van als ik ergens het verschil kan maken.”
Wat is de belangrijkste les die je de voorbije 15 jaar hebt geleerd?
“Dat je niet mag focussen op winst. Steek er een uurtje extra in als het moet en zorg ervoor dat de kwaliteit goed is. Anders moet je het toch opnieuw doen. Fouten kunnen gebeuren, dat is ook bij ons nog zo, maar ik zal ze altijd laten rechtzetten. Zelfs als het betekent dat een terras weer moet worden uitgebroken. Mijn opa zei vroeger: ‘Als het goed is, moet je nog niet boffen’. Ik vind dat maar normaal, het wordt van je verwacht.”
Nochtans wordt wel gezegd dat wij Belgen gerust wat minder bescheiden mogen zijn?
“We zijn wel trots op ons werk, dat wel. Als je je werk goed doet, voel je vanzelf een bepaalde fierheid en dat is belangrijk, ook voor mijn mensen.”
“En daarnaast dat je niet in de val van goedkopere producten mag trappen. Kom niet in de verleiding om voor die goedkopere steen te kiezen omdat je er meer aan verdient, want na een paar jaar verliest die zijn schoonheid. Kies mooie producten die hun kwaliteit bewezen hebben en die binnen een project passen. Ik vraag me altijd af wat ik voor mezelf zou willen, mocht ik er wonen. En uiteraard moeten wij ook puzzelen met budgetten. Soms zal ik een klant een duwtje geven en hem aanraden om bijvoorbeeld toch te investeren in die dure steen omdat ik weet dat hij er anders spijt van krijgt, en dan besparen we op een ander element.”
“Die les heb ik eigenlijk al opgepikt tijdens mijn stage bij Erik de Waele. Hij volgde ook zijn buikgevoel en liep over van de liefde voor zijn vak. Ik prijs me nog altijd gelukkig dat ik bij hem stage kon lopen. Eens per jaar werken we nog steeds samen aan een project. Ik hou van zijn manier van denken en de waardes die hij nastreeft.”
Hoe zou je deze zin aanvullen: “Een geslaagde buitenruimte is een ruimte die ...
voldoening geeft. Je moet erin kunnen thuiskomen. Geur kan daar een belangrijke rol in spelen. Het kan je een instant geluksgevoel bezorgen. Of bloei. Op een lenteavond thuiskomen en plots de kerselaar in bloei zien staan, dat is toch puur geluk? In een tuin moet je de seizoenen voelen. Wanneer de bladeren oranje en rood kleuren, krijg je zin om de haard aan te steken. In de lente is het uitkijken naar de eerste bloemen. Onbewust roept een tuin veel emoties op. Het staat in schril contrast tot de ‘plastieken’ tuinen die je vandaag vaak ziet. Ze blijven in de winter misschien wel groen, maar er zit verder geen emotie in.”
“Je hebt er veel plantenkennis voor nodig en er zijn niet zoveel mensen die dat nog hebben. De architecten waar ik mee samenwerk, zijn stuk voor stuk echte plantenliefhebbers die de markt op de voet volgen. Je moet durven vernieuwen en tegen de stroom ingaan.”
“Voor mij is het echt belangrijk dat mensen kunnen genieten van hun tuin. Bij een tuin komt werk kijken, maar het moet passen bij hun levensstijl. Zeker bij grotere projecten is dat een aandachtspunt. Wie vroeger thuis al een grote tuin had, beseft wel hoeveel tijd of budget het onderhoud vraagt, maar anderen moet je er wel goed op voorbereiden. Willen ze er de tijd of het budget niet aan spenderen dan kan je nog altijd voor meer weide gaan bijvoorbeeld. Of zoals ik het hier deed: door een muur te bouwen, creëerden we een soort binnentuin die ik graag perfect in orde hou, maar buiten die muur mag het wat minder zijn. Een tuin mag geen frustratie worden.”
In welke mate hou je rekening met ecologie en het proberen tegengaan van de klimaatverandering?
“Wij hebben daar zeker een belangrijke rol in te spelen, maar we mogen het niet zo ver gaan drijven dat we keuzes maken die eigenlijk niet meer zinvol zijn. In een tuin met een hoge waterstand moet je bijvoorbeeld geen infiltratieput steken. In grote projecten werken we graag met wadi’s, maar in een kleine tuin heeft dat geen nut. Bij sommige regels stel ik me vragen, maar op vlak van verharding proberen we absoluut ons steentje bij te dragen. Ook al maakt het voor de overheid niet uit of je kiest voor waterdoorlaatbare of ondoorlaatbare verharding, wij zullen waar mogelijk voor het eerste kiezen.”
“De discussie over inheemse versus uitheemse soorten schiet soms ook zijn doel voorbij. Wat ooit inheems was, gedijt daarom vandaag niet meer goed. Het klimaat van vandaag is niet meer het klimaat van toen. Kies soorten die zich hier vandaag goed voelen. Neem nu beuken: ze zijn inheems, maar omdat er geen mycorrhiza meer in de grond zit, gaan ze kapot. Je mag er niet met een paardenbril naar kijken.”
“Een landschap moet divers zijn. Een gazon moet kunnen. Het zorgt voor een bepaalde visuele rust en laat zich gemakkelijk onderhouden. Naast bomen zijn er ook weides en hooiland nodig, met heggen en haagkantjes. Soms ligt er te veel focus op bos, maar uitsluitend bos komt de fauna en flora ook niet ten goede. Als je weer een typisch Vlaams landschap wilt creëren, heb je het allemaal nodig.”
Heeft de klimaatverandering een impact op jullie manier van werken?
“Vroeger had je ook al stormen en droogte. We moeten het niet overdrijven, maar gemiddeld genomen is het klimaat wel wat zachter en daardoor is het aanplantseizoen korter. Met drainage of beregening kan je vandaag veel oplossen. We proberen nuchter te blijven en te doen wat we kunnen. Je hebt ook niet alles in de hand, hoe vervelend dat soms ook is. Ik denk nu aan een klant die imker is en veel bijvriendelijke planten in haar tuin heeft. Helaas zit ze nu met hoornaars die haar bijen opeten.”
Zie je technologie en digitalisering als een kans of eerder een bedreiging?
“Als een kans. Beregening kunnen we tegenwoordig via een app op afstand aansturen en de zwembadbouwer kan ook via zijn telefoon bekijken of de waterkwaliteit nog goed is. Technologie bespaart ons zo enorm veel tijd. Ik ben geen grote fan van een grasrobot, maar de prijs-kwaliteitverhouding zit wel goed. Als je het af en toe zelf maait of laat maaien, kan zo’n robot verder het grootste deel van het werk opvangen.”
“Er zal altijd veel handwerk bij komen kijken, maar kilometerslange hagen zal ik niet snel meer manueel scheren. Dat is niet efficiënt. Het is opnieuw een taak die ik met plezier uitbesteed aan iemand die de juiste machines en knowhow in huis heeft. Het heeft geen zin dat elke individuele tuinaannemer er zelf in investeert voor die paar klanten die het nodig hebben.”
Waar zie je wel een bedreiging in?
“De moeizame zoektocht naar personeel. Ik heb vandaag acht mensen vast in dienst en zie ons niet snel groter worden omdat ik de mensen gewoonweg niet vind. Ik zal ook niet snel meer mensen aannemen die nog veel moeten leren, want dat zet het hele team onder druk. Ik heb pas nog iemand moeten laten gaan omdat hij na twee jaar nog steeds niet op niveau presteerde. Dat is moeilijk, maar ik kan echt niet om met onprofessionalisme. Het is ook niet correct naar de collega’s toe want zij moeten het telkens weer rechttrekken.”
“De huidige marktsituatie baart me ook wel zorgen. Alles is duur geworden, zowel de bouwmaterialen als de planten. De loonkosten zijn sterk gestegen en de oorlogen zorgen voor nog meer onzekerheid. Het maakt je mentaal toch onrustig. Dat in combinatie met het feit dat klanten de voorbije jaren kritischer geworden zijn en langer twijfelen voor ze een offerte tekenen, maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.”
Echt heel concrete doelen heeft Stijn dan ook niet meteen voor de nabije toekomst, maar hij is alvast niet van zin om zijn streven naar perfectie los te laten. Hij hoopt vooral dat het stopt met regenen: “We kunnen niet veel planten. Als het zo nat blijft tot het begint te vriezen, gaan jonge planten zeker kapot. Daar durf ik ’s nachts wel van wakker liggen.” Verder zou hij een mooi buitenlands project niet afslaan: “Maar dat is organisatorisch minder evident. En uiteraard zie ik wel eens knappe bouwprojecten of sites waarbij ik dan denk: daar mogen ze mij wel voor bellen. Soms gebeurt dat nog ook.”